Inhoud
Een vreemd schijnsel
Maria Sklodowska, gehuwd met Pierre Curie.
Henri Becquerel: röntgenstraling.
Wilhelm Conrad Röntgen: röntgenstraling. De nieuwe straling had ook een ander, duisterder aspect. De stralen legden van elk levend lichaam het skelet bloot.
Thomas Mann: der Zauberberg. Hans Castor en zijn neef Joachim in het sanatorium bij het “doorlichtingslaboratorium”.
Wetenschap en wonder raken elkaar.
De verborgen krachten van de röntgenstralen hielden niet alleen het grote publiek in hun ban, maar ook de wetenschappelijke wereld.
Het uranium leek een onbekend soort straling af te geven.
Thorium
Pekblende: radioactiever dan puur uranium
Polonium: nieuw metaal
Bariumverbindingen bevatten een ander, nog radioactiever element, dat ze radium noemden.
Nobelprijs
Nobelprijs 1903: echtpaar Curie.
Radium en zijn schijnbaar wonderbaarlijke kwaliteiten spraken enorm tot de verbeelding van het grote publiek.
Nobelprijs 1911: Marie Curie voor haar onderzoek naar radioactiviteit.
Het einde van de zekerheid
Ernest Rutherford: onderzocht het verschijnsel van straling met de bedoeling de aard van de materie, de structuur van het atoom, beter te begrijpen.
Albert Einstein: als theoreticus formuleerde hij een wereldbeeld dat de ontdekkingen van mensen als Röntgen, Rutherford en echtpaar Curie bevestigde. Zijn twijfel had echter niet zozeer betrekking op zoiets onbetekenends als de samenstelling van de materie, maar op de aard van tijd en ruimte.
Het ontdekken van de ether en het bewijzen van het bestaan ervan werd één van de grootste uitdagingen in de natuurkunde.
Het genie van Einstein lag in zijn intellectuele moed uit de alledaagse waarneming een theorie van tijd en ruimte af te leiden, de moed het ondenkbare te denken.
Relativiteitstheorie
Einstein had tijd en ruimte weten te bevrijden van de menselijke ervaring, van de oude manieren om tegen de wereld aan te kijken. Hij had logische consistentie boven de waarneming gesteld.
Ernst Mach: epistemologisch impressionisme: de wereld en ook het zelf wordt gereduceerd tot een geheel van losse indrukken, dat misschien een samenhangende en stabiele indruk wekte, maar dat geenszins was.
Henri Bergson Opstel over de onmiddellijke indrukken van het bewustzijn. De tijd wordt gegijzeld door de ruimte. De ervaring van de tijd is een constant uitdijen en inkrimpen, dat nu eens voorbij vliegt en dan weer akelig langzaam vooruit kruipt.
Door deze ervaring van geleefde tijdsduur te onderwerpen aan een ruimtelijke meetschaal, had de westerse cultuur feitelijk de menselijke ervaring tot slaaf gemaakt van de harde, ruimtelijke cultuur van feiten en cijfers, tonnen en centimeters.
Voor Bergson moet het bewustzijn vertrouwen op het geheugen voor het creëren van een samenhangend wereldbeeld.
Bergson: filosofische parallel, of voorloper van Einstein.
William James de waarheid is alleen relevant – en kon zijn – als kon worden bewezen dat die een gunstig effect had: waar is wat goed voor je is.
Hans Vaihinger: we maken intellectuele modellen van de wereld, die we behandelen alsof ze overeenkomen met een realiteit die in wezen onkenbaar is.
José Ortega y Gasset: bracht alle kennis en ervaring terug tot individuele omstandigheden en veranderlijke perspectieven.
Individuele gezichtspunten werden steeds belangrijker, vooral van kunstenaars die werkten met wat zij zagen: nergens was de versplintering van identiteiten en de fragmentering van tijd en ruimte treffender uitgedrukt dan in de beeldende kunst: Picasso, Braque, Malevitsj, Kandinsky, Carra en Beccioni.
Het modernisme was geboren.
Robert Musil: contrasteert het wetenschappelijk streven naar objectiviteit met de persoonlijke ervaring.
Nerveuze stromingen
De golf van wetenschappelijke ontdekkingen in de 19e eeuw mondde uit in een stroom technologische ontwikkelingen op elk gebied van de menselijke ervaring: gasverlichting, telefoon, telegraaf, automobiel, camera’s, synthetische verfstoffen, kunstmest.
Thomas Edison
Wereldtentoonstelling 1900 Parijs: dynamo’s, creatieve krachten van een nieuw tijdperk.
Levenskracht, energie en vrolijke verbazing.
De mannelijke identiteit was door elkaar geschud en subtiel ondermijnd door vrouwen die hun rol opeisten , door aanhoudende berichten over dalende geboortecijfers, degeneratie, mechanisering, angst.
Radium: heilzame werkingen van deze, geheimzinnige stof.
Elektriciteit was wonderbaarlijk en verontrustend tegelijk. Het kon dodelijk zijn.
Veel van Marie Curie collega’s stoorden zich eraan een vrouw in hun midden te hebben. Ze werd aangevallen, toen zij een relatie aanging met een getrouwde collega wetenschapper Paul Langevin.
Meer dan ooit tevoren was het de wetenschap die antwoord bood op eeuwenoude vragen, die de industrie nieuwe kansen bood en gewone mannen en vrouwen nieuwe dromen. De prijs voor deze opwindende vooruitzichten was de vaste, tastbare aard van de oude wereld. Met het toenemen van de mogelijkheden verdwenen de zekerheden.
Opdrachten
Op p. 102-103 haalt Philipp Blom een passage aan uit Der Zauberberg van Thomas Mann als illustratie van de manier waarop tijdgenoten ‘halfmystieke’ machines zoals röntgenapparaten ervoeren.
- Zet kort uiteen hoe deze apparatuur ervaren werd, en relateer dat aan de hoofdgedachte van hoofdstuk 4 van De duizelingwekkende jaren.
Antwoord
OU Antwoord
Het thema van dit deel van het werkboek is ‘Tijd en ruimte’. Op p. 109 schrijft Blom: ‘Na Einstein was de wereld gewoon niet meer hetzelfde als voorheen’.
- Leg uit waarom juist ‘tijd’ en ‘ruimte’ niet meer dezelfde waren na Einstein. Besteed in uw antwoord expliciet aandacht aan de culturele impact van Einstein.
NB: Bernard Hulsman heeft een, overwegend positieve, recensie geschreven over De duizelingwekkende jaren (zie readertekst 30) waarin hij het volgende opmerkt over hoofdstuk 4: ‘Einsteins relativiteitstheorie legt [Blom] op zo’n onnodig ingewikkelde manier uit dat er geen touw aan vast te knopen is.’ Indien u het fijne van de relativiteitstheorie wilt weten kunt u het best een andere bron raadplegen.
Antwoord
OU Antwoord
Op p. 113-114 van hoofdstuk 4 beschrijft Blom het tijdsconcept van Henri Bergson.
Blom noemt Henri Bergson een ‘filosofische parallel, of voorloper’ van Albert Einstein.
- Waarom kan Bergson worden beschouwd als de filosofische voorloper van Einstein?
Antwoord
OU Antwoord
Op p. 115 van hoofdstuk 4 schrijft Blom: ‘(…) nergens zijn de versplintering van identiteiten en de fragmentering van tijd en ruimte treffender uitgedrukt dan in de beeldende kunst, op de doeken van Picasso en Braque, Malevitsj, Kandinsky, Carrà en Boccioni.’
Bekijk nu de afbeelding die in het menu boven deze opdracht te vinden is, van een schilderij van Picasso uit 1910, getiteld Meisje met mandoline in de collectie van het Museum of Modern Art in New York. Het is een vroeg voorbeeld van Picasso’s kubisme.
- Kunt u beschrijven wat er in dit schilderij gebeurt met ruimte en tijd?
Let daarbij goed op de totale indruk die de voorstelling maakt, op de val van schaduwen en op het onderscheid tussen de figuur en de achtergrond. Verbind uw eigen observaties met de beschrijving van Blom.
Antwoord
OU Antwoord
Op p. 115 heeft Blom het over de Spaanse filosoof José Ortega y Gasset (1883-1955), die volgens Blom alle kennis en ervaring terugbracht tot individuele omstandigheden en veranderlijke perspectieven: ‘die zogenaamd onveranderlijke en unieke werkelijkheid (…) bestaat niet: er bestaan net zo veel werkelijkheden als er perspectieven bestaan’.
- Door welke filosoof, die in de cursus al meermaals aan de orde is geweest, is José Ortega y Gasset getuige deze passage beïnvloed? Leg uw antwoord uit.
Antwoord
Husserl en zijn fenomenologie.
OU Antwoord